Introductie

Je hebt vast weleens gemerkt dat hoe harder je probeert om je angst onder controle te krijgen, hoe sterker het lijkt te worden. Misschien heb je geprobeerd je angst weg te duwen, te negeren of zelfs te bevechten, maar dat werkt vaak averechts. In deze les ontdek je waarom dat zo is en wat je in plaats daarvan kunt doen.

Waarom vechten angst sterker maakt

Wanneer we angst voelen, is onze eerste instinctieve reactie vaak: “Dit moet stoppen, nu!” Dat is heel logisch, want angst is ongemakkelijk en vaak overweldigend. Je wil er zo snel mogelijk van af. Het probleem is dat vechten tegen angst meestal leidt tot nog meer angst. Je verzet maakt het sterker.

“Ik herinner me nog goed dat ik vaak mijn angst probeerde weg te drukken. Ik dacht: ‘Als ik er maar niet aan denk, dan gaat het vanzelf over.’ Maar wat er gebeurde, was precies het tegenovergestelde. Hoe harder ik probeerde mijn angst te onderdrukken, hoe sterker het werd. Het voelde alsof ik een bal onder water probeerde te houden, maar die bal kwam alleen maar harder terug.”

Net als bij die bal onder water: hoe harder je probeert hem onder te drukken, hoe meer weerstand hij biedt en hoe krachtiger hij omhoog komt als je het even loslaat. Dit is precies hoe het werkt met angst. Hoe meer je probeert het te controleren of te onderdrukken, hoe sterker het wordt.

Het vermijdingscircuit

Wanneer je angstig wordt, kun je soms ook situaties proberen te vermijden die die angst opwekken. Dit lijkt misschien een goede korte-termijnoplossing, maar op de lange termijn versterkt het de angst. Je brein leert namelijk dat de enige manier om de angst te verminderen, is door de situatie te vermijden. Hierdoor wordt de angst elke keer dat je vermijdt, groter.

“Er was een tijd dat ik sommige situaties gewoon ontweek, omdat ik wist dat ze mijn angst zouden triggeren. Het gaf me even rust, maar na een tijdje begon ik op te merken dat de angst steeds meer situaties ‘inpikte’. Ik raakte gevangen in mijn eigen vermijdingsgedrag.”

Door situaties te vermijden waarin je angst verwacht, geef je onbewust een boodschap aan je brein: “Deze situatie is gevaarlijk.” Hierdoor blijft je brein je in de toekomst waarschuwen voor soortgelijke situaties, en wordt de angst steeds sterker.

De paradox van angst: het gevecht versterkt het

Het is belangrijk om te beseffen dat angst juist sterker wordt door het gevecht. De paradox is dat hoe harder je vecht, hoe sterker de angst wordt. Door angst te bevechten, geef je het aandacht, en dat is precies wat angst nodig heeft om te groeien. Angst heeft een soort brandstof nodig, en vechten of vermijden geeft het die brandstof.

Het helpt dus om te erkennen dat vechten tegen je angst misschien niet de beste oplossing is. In plaats van te vechten, kun je iets anders proberen: accepteren en ruimte geven aan de angst. Dit klinkt misschien contra-intuïtief, maar het helpt om de angst haar kracht te ontnemen.

Wat kun je in plaats van vechten doen?

Je vraagt je misschien af: als vechten tegen angst niet werkt, wat kan ik dan doen? Het antwoord is verrassend simpel: stoppen met vechten. Dit betekent dat je angst niet langer ziet als een vijand die je moet verslaan, maar als een signaal van je lichaam dat je kunt observeren en erkennen, zonder erin mee te gaan.

  • Observeer je angst: Wanneer je angst voelt opkomen, probeer er even bij stil te staan in plaats van te reageren. Wat gebeurt er in je lichaam? Hoe voelt het? Is er echt gevaar of is het je alarmsysteem dat afgaat zonder reden?
  • Sta het toe: In plaats van te proberen het gevoel weg te duwen, laat het er gewoon zijn. Ja, angst voelt ongemakkelijk, maar het is een gevoel dat vanzelf weer zal wegebben als je het de ruimte geeft.
  • Focus op je ademhaling: Angst maakt je ademhaling vaak snel en oppervlakkig. Probeer diep in en uit te ademen om je lichaam te kalmeren.

“Wat voor mij een enorm verschil maakte, was stoppen met vechten. In plaats van mezelf steeds weer op te jagen met gedachten als: ‘Dit moet stoppen!’ of ‘Waarom overkomt dit mij?’, leerde ik om mijn angst op te merken en er gewoon even bij stil te staan. Het was een enorme opluchting om niet meer het gevecht aan te gaan. Ik merkte dat de angst veel minder krachtig werd zodra ik het niet meer wegduwde.”

Wat je mee kunt nemen uit deze les:

  • Vechten tegen angst maakt het vaak alleen maar erger.
  • Door situaties te vermijden waarin je angstig bent, geef je je angst juist meer macht.
  • Het gevecht tegen angst is de brandstof die angst nodig heeft om te blijven bestaan.
  • De eerste stap is leren om je angst te observeren en toe te laten, zonder ertegen te vechten.

Oefening: stop met vechten, begin met observeren

De volgende keer dat je merkt dat je angst voelt opkomen, probeer deze oefening:

  1. Pauseer: Stop even met wat je aan het doen bent en neem een moment om je angst te herkennen.
  2. Observeer: Waar voel je de angst in je lichaam? Is het in je borst, je buik, je ademhaling?
  3. Adem: Focus op je ademhaling en adem rustig in en uit. Laat de angst er gewoon zijn, zonder te proberen het weg te duwen.

Volgende les: angst omarmen

In de volgende les gaan we een stap verder en leren we hoe je niet alleen stopt met vechten tegen je angst, maar hoe je angst kunt omarmen. Je leert hoe je angst de ruimte kunt geven zonder dat het je leven overneemt.