Het herkennen van negatieve gedachten is stap één, maar het uitdagen van die gedachten is waar je echt stappen gaat maken. Je brein is gewend om automatisch die negatieve paden te bewandelen, maar met een beetje oefening kun je die gedachten gaan checken op hun waarheid en ze ombuigen.
Waarom uitdagen?
Omdat je brein je voor de gek houdt. Het ziet gevaar waar dat er eigenlijk niet is. Het is alsof je hersenen voortdurend een rookmelder hebben die afgaat, zelfs als er niets in brand staat.
Bijvoorbeeld, mijn gedachte ‘Ik ga flauwvallen’ voelde zo echt dat ik elke keer als ik naar buiten ging, hyperalert was. Maar in werkelijkheid was dat flauwvallen nog nooit gebeurd! Toch geloofde ik die gedachte elke keer weer.
Hoe daag je een gedachte uit?
- Zet je gedachte op papier:
Schrijf de gedachte op die opkomt, bijvoorbeeld: “Ik ga flauwvallen.” Dit is de eerste stap om de gedachte van een vage angst naar een concreet idee te brengen.Reflectie-opdracht 1: Wat zijn jouw terugkerende gedachten?
Neem een moment om na te denken over een specifieke situatie waarin je vaak een negatieve gedachte hebt. Schrijf de gedachte op en beschrijf kort waarom deze gedachte zo vaak naar voren komt. Dit hoeft maar een paar zinnen te zijn. - Check de feiten:
Kijk naar bewijs voor en tegen de gedachte. Bijvoorbeeld:- Bewijs voor: “Ik voel me licht in mijn hoofd.”
- Bewijs tegen: “Ik heb dit al vaak meegemaakt, maar ik ben nooit echt flauwgevallen.”
Reflectie-opdracht 2: Check de feiten
Pak een gedachte uit de eerste reflectie-opdracht en check de feiten. Vraag jezelf af: Wat is het bewijs voor deze gedachte? Wat is het bewijs tegen? Noteer dit kort en simpel. - Kijk naar alternatieven:
Wat zou een meer realistische gedachte kunnen zijn? Bijvoorbeeld: “Ik voel me nu angstig, maar dat betekent niet dat ik flauwval.” - Herformuleer je gedachte:
Neem de tijd om de gedachte om te buigen naar iets positiefs of neutraals. Bijvoorbeeld: “Het is oké om me even angstig te voelen. Dat gaat weer over.” - Let op je lichaam:
Als je je gedachte hebt uitgedaagd en omgebogen, neem dan een moment om te observeren hoe je lichaam reageert. Voel je je lichamelijk anders? Merk je dat de spanning wat afneemt? Dit helpt om de link tussen je gedachten en je fysieke reacties helder te maken.Reflectie-opdracht 3: Herken je lichaamsreacties
De volgende keer dat je een negatieve gedachte hebt, let dan eens op hoe je lichaam reageert. Voel je spanning? Misschien een versnelde hartslag? Schrijf kort op wat je opmerkt, zonder te oordelen.
Praktijkoefening
Oefen dit door elke keer als je een angstige gedachte herkent, deze op te schrijven en de bovenstaande stappen te doorlopen. Dit helpt je om patronen te doorbreken en meer grip te krijgen op je gedachten én lichaam. Onthoud: het hoeft niet meteen perfect te gaan. Oefening baart kunst, en het belangrijkste is dat je blijft proberen.
Reflectie-opdracht 4: Oefen het ombuigen van gedachten
Kies een gedachte uit de eerste opdracht en probeer deze om te buigen naar iets realistischers of positievers. Wat zou je tegen een vriend zeggen die dezelfde gedachte heeft? Schrijf deze nieuwe gedachte op.
Reflectie-opdracht 5: Positieve afsluiting
Schrijf een positieve of neutrale gedachte op die je jezelf de volgende keer wilt herinneren als dezelfde negatieve gedachte opkomt. Bijvoorbeeld: “Het is oké om angst te voelen, maar het gaat ook weer over.”
Doorkijk naar Module 2.4: Oefeningen en praktische toepassing
Nu je hebt geleerd hoe je negatieve gedachten kunt herkennen en uitdagen, gaan we in de volgende module een stap verder. In Module 2.4 duiken we in praktische oefeningen waarmee je deze vaardigheden kunt toepassen in je dagelijks leven. Denk aan tools zoals gedachte-dagboeken en specifieke technieken om jezelf te kalmeren op het moment dat angst of paniek de overhand dreigt te nemen.
Je krijgt concrete oefeningen waarmee je direct aan de slag kunt, zodat het niet alleen bij theorie blijft, maar je ook daadwerkelijk stappen maakt in het beheersen van je gedachten en gevoelens. We zorgen ervoor dat je deze technieken in verschillende situaties kunt inzetten, of je nu op je werk bent, thuis, of ergens buiten.
Bereid je alvast voor op praktische toepassing – want daar ligt de echte kracht!